plaatjes van de dagstrip uit de jaren 50
1953
1954
1955 was het jaar waarin zowel de tekst als de tekeningen de definitieve stap zette naar een volwassen publiek. Van 't Klooster en van Voorn bleven de strip tekenen.
1955
1955
1955
De bovenstaande strip (Tom Poes en de Klonters) is, qua plot en tekst geheel van de hand van Lo Hartog van Banda.
AFLEVERING 3000
2 strips uit 1956. Met een bijfiguur dat zo uit de Hollewijn strips (schetsen werden ook door van van 't Klooster gemaakt) weggelopen zou kunnen zijn.
1957
1957
1958
1958
In de laatste 2 jaar van de jaren 50 kwam de productiemachine van Ben 't Klooster en Ben van Voorn tot stilstand. Steeds meer werd het tekenwerk tijdelijk door andere tekenaars uitgevoerd. van 't Klooster vertrekt bij de studio om als tekenleraar te gaan werken en van Voorn gaat schilderen in Afrika.
AFLEVERING 4000
(schetswerk: van 't Klooster)
Het verhaal Tom Poes en de Toornviolen was voorlopig het laatste verhaal dat Ben van 't Klooster schetste.
Van het verhaal de Toornviolen bestaan wat productiematerialen die pogen te laten zien hoe het een en ander in zijn werk ging.
Willy Lohmann schetste in 1961 Tom Poes en de Wezelkennis uit 1961 maar bleek, hoewel hij het prima met Toonder kon vinden, niet de gedroomde opvolger. Lohmann wilde liever in zijn eigen stijl werken en maakte furore met de strip Kraaienhove.
Zo werd de strip nog een tijdje voortgezet door wisselende tekenaars;
Bovenstaande strook is er een uit het verhaal Tom Poes en het boze oog (MV96) Deze strip draagt duidelijk het handschrift van Andries Brandt. Brandt was naar eigen zeggen verantwoordelijk voor zowel de tekst als de tekeningen.
Deze strook komt uit het verhaal "Tom Poes en het huilen van Urgje".
Ook hier is de hand van Andries Brandt duidelijk herkenbaar.
Piet Wijn kwam begin jaren 60 weer bij de Toonderstudio's (na jaren o.a. zijn strip Aram voor Swan features gemaakt te hebben). In die jaren werkte Wijn korte of lange tijd aan diverse Toonderproductie's. Zo ook aan het tekenwerk van het begin van het verhaal MV 103 de Wilde Wagen (bovenstaande strook) dat verder geschetst werd door Dick Matena.