vrijdag 21 augustus 2020

JUMP een nieuw jeugdig stripblad

Zomer 2020. Geheel onverwacht kwam uitgeverij Personalia met een nieuw stripblad voor de jeugd; Het Jump stripblad. Verschijningsfrequentie: maandelijks, 48 pagina's, oplage 26000, prijs € 4,25.


Tim, de tienjarige zoon van de uitgevers neemt de taak van de hoofdredacteur op zich. Dat is leuk opgepakt door de media. 

Maar alles goed en wel wat vind deze, altijd jong van hart gebleven stripliefhebber van het blad? Eigenlijk had ik me voorgenomen het in de winkel te laten liggen. Dat was niet moeilijk want, laten we eerlijk zijn.... De kleurstelling van de cover is niet best. Zelden een glad blad zo flets en dof zien uitstralen (hiermee doel ik op de gedrukte cover en niet op het bovenstaande voorbeeld) Dat is niet de bedoeling van een cover en dan even over de titel: 'Jump' Op zich niks mis mee. Leuk, kort, actief een beetje de Wham! Pep of de Zack! van de jaren 20. Ja ho, wacht even. Ik ga al langer mee dan vandaag en 'Jump' is niet zomaar een kreet maar er hangt een strip aan. De strip Jump is een Vlaamse jeugdstrip die in 2007 van start ging bij de Belgische Standaard uitgeverij. Tegenvallende verkoopcijfers zorgden ervoor dat de uitgeverij na 16 albums (in 9 jaar) de reeks stopzette. Charel Cambré (de bedenker van de strip Jump) is commercieel gezien een inventieve stripmaker die niet snel bij de pakken neer gaat zitten. Zo kwam het dat uitgeverij Strip2000 uit Eindhoven de stripreeks Jump overnam en er drie nieuwe albums aan toe voegde voordat de uitgeverij in 2017 werd opgeheven. 

Ik heb Jump (de stripreeks) die door Wikepedia als volgt wordt beschreven: "In de reeks maakt men kennis met jongelingen Dweezil, Brains en Lisa die samen allerlei avonturen beleven. Dweezil is een lefgozer, een nobel karakter die ervan houdt op zijn skateboard de stad onveilig te maken. Lisa is een felle meid en onverschrokken. Zij is helemaal weg van inlineskaten. Brains is de slimste van de bende. Hij experimenteert soms meer dan goed is voor de wetenschap. Armando is een gordeldier, het huisdier van Brains. Dit dier is een superspeurneus." gelezen maar er ontstond geen klik.  

Oké, ik heb niet veel op met de Vlaamse opvolgers van Vandersteen, Berck, Sleen, Stallaert, Dupre en Geerts. Te veel studio 100 invloeden denk ik. En ook de strip 'Jump' kan me dus niet boeien maar ik hoor dat er vooral in België een aardige schare fans te vinden is dus wat dat betreft kan de publicatie van de strip in het blad toch een meesterzet blijken te zijn. 

Ondanks het voornemen dit niet te doen heb ik het blad dus toch gekocht. 

Gelijk even over de twee vervolgverhalen die het blad bevat. De zojuist genoemde Jump en de herplaatsing van Suske en Wiske en de koddige kater. Die laatste is natuurlijk een geweldige titel om in je blad te hebben. Welke ouder kent Suske en Wiske nou niet? Dat werkt verkoopbevorderend maar een maand wachten op het vervolg is te lang. 


De strip Beterman is vanuit de Stripglossy (van dezelfde uitgeverij) naar Jump getransplanteerd. Een drie pagina verhaal door Frans Hasselaar (scenario), Henrieke Goorhuis (tekeningen) en Frits Jonker (lettering). Gewoon een leuke strip. Tot nu toe werd de strip in iedere Stripglossy door een andere Duck tekenaar getekend en dat gaf de strip een bijzonderheidje mee die ik wel kan waarderen. Dan krijgen we een heel aantal strips die, hoewel ze in de krantenstripvorm (strookgrappen) geplaatst worden toch erg leuk zijn. Boes van Wil Raymakers en Thijs Wilms, Timo van Alex Turk, Beestjes van Schwantz, Peer de plintkabouter van Marq van Broekhoven en Kort & Triest van Jean-Marc van Tol. Allemaal leuk! Hanco Kolks raadstrip Inspecteur Netjes is al lang een vaste waarde gebleken. Jean Pierre ook. Stella is een typische Margreet de Heer strip. Leuk maar overdaad etc. 


Uit Frankrijk haalde Tim strips van Bamboo editions. Darius (in het Frans 'Nabuchodinosaure') lijkt op het eerste gezicht op 'de Jolige jungle' die in de jaren 70 van de vorige eeuw in het blad Sjors stond. Dat was destijds een leuke strip en ook Darius lijkt me, al valt dat na het lezen van 1 tweepagina verhaaltje eigenlijk nog niet met zekerheid te zeggen, grappig. De tweede aankoop bij Bamboo editions is Mythos. Eindelijk een vier pagina strip zeg ik met iets van opluchting. Dat is volgens mij precies de juiste verhaal omvang voor een blad als 'Jump'. De Eppo (het weekblad uit de vorige eeuw) stond bekend om de 4 pagina formule die ook al in de bladen Sjors en Pep werd toegepast. Dat las lekker. Strips als Leonardo, de Generaal, de leukebroeders, de Stuntels, Gilles de Geus, Opa, de familie Fortuin en zo nog wat waren prima leesbaar als vier pagina's lang verhaal. 

Wat mij betreft had het blad wat meer in het Nederlands taalgebied nog onbekende reeksen uit het buitenland mogen halen of wat eigen nieuwe 'in-huis' serie's kunnen laten ontwikkelen. Wellicht is er te veel terug gegrepen naar bekende strips waardoor het blad een beetje dreigt te gaan lijken op die stripschoolagenda's uit de jaren 80/90. Anderzijds is 'Jump' voor kinderen een mooie gelegenheid om kennis te maken met het fenomeen strip. €4,25 is niet duur en misschien moeten we als stripliefhebbers die we nu eenmaal zijn het blad 'Jump' massaal aanschaffen, lezen en doorgeven aan een (klein)dochter, (klein)zoon, neefje of nichtje. Wellicht worden ze net zo enthousiast als Tim en zorgen we zo met z'n allen dat de strip weer een toekomst heeft.

https://jumpstripblad.nl/

  

donderdag 20 augustus 2020

De makers van de Tom Poes strip - Deel 5

 







Andries Brandt



 Zoals ik eerder schreef had Andries Brandt als tekenaar, schrijver, plotter en studiochef ook een aandeel in de productie van de Tom Poes strip. Stripschrijfster Patty Klein verteld het volgende over de studiochef werkzaamheden van Andries Brandt: Brandt was vanaf 1967 (toen ging de studio naar Nederhorst, dacht ik?) twee dagen per week op het kasteel, hij was chef van de stripafdeling. Tekenaars kwamen op die dagen bij hem hun werk inleveren. Ik was op die dagen ook meestal op het kasteel en zat bij Andries op de kamer. Daar zag ik dus iedereen verschijnen die 'iets' voor de studio deed: Steeman, Van Haasteren, Khing, Georges Mazure, Vlottes, Ton Beek, Joanika Ring, die Pelle Svanslos tekende e.d. Andries bekeek het werk dat ze meebrachten en soms (niet altijd) corrigeerde hij tekeningen. Op de manier zoals ik al eens vertelde; op een doorzichtig velletje over de tekening heen, de stand van een figuurtje, een handje of wat dan ook. Ik herinner me dat hij bijvoorbeeld liet zien hoe een karikaturaal getekende vogel op een tak altijd naar buiten gebogen knietjes had. Andries corrigeerde voornamelijk het karikaturale werk (Disney, Hanna-Barbera, Bommel, Panda, Pelle Svansloss, Polletje Pluim e.d.), met het naturalistische werk (Khing e.d.) bemoeide hij zich niet. Ook niet met het werk van Mazure. Dat was zo'n andere tekenstijl, ik denk dat hij die stijl niet beheerste. Banda kwam ook wel eens, maar niet vaak. Mazure nam meestal zijn vrouw mee. Het waren gezellige bijeenkomsten, Andries informeerde naar ieders wel en wee en gezondheid, er werd veel gegrapt en gelachen.

  De dagstrip 1971 - 1984 Piet Wijn






 Nadat Julsing met het schetswerk voor de Tom Poes dagstrip gestopt was het Eiso Toonder die zijn vader hielp met het verhaal Tom Poes en de pijpleider. Daarna werd Piet Wijn, die begin jaren 60 bij de Toonderstudio's was teruggekeerd, de schetser van de Tom Poes dagstrip. Toonder noemde Wijn zijn meest belangrijke medewerker en gezien de productie die Wijn voor de Toonderstudio's (in het bijzonder als medewerker van strips van de geesteskinderen van Marten Toonder) lijkt mij dat bepaald geen overdrijving. Toonder antwoorde in deze periode in een interview wel een keer dat hij een medewerker voor de Tom Poes dagstrip had maar noemde de naam Piet Wijn niet. Ook Wijn zelf heeft tijdens interviews (voor zover ik kan nagaan) nooit aangegeven dat hij de schetser was van de Tom Poes dagstrip. Wel kreeg hij alle eer als het om de strip Panda ging. Deze tekende hij gelijktijdig met de Tom Poes strip.



Marten en Eiso Toonder

 Als Piet Wijn door gezondheidsproblemen of vakantie tijdelijk niet inzetbaar was als schetser was het Eiso Toonder die de lay out voor 'Heer Bommel en de minionen' uit 1980 (gedeeltelijk'), 'Heer Bommel en het ontsollen' uit 1982 en 'Heer Bommel en de spalt' uit 1983 verzorgde.









 In 1986 volgde de afsluiting van het 45 jarige Bommel-epos. Uit een interview met Marten Toonder dat in april van 2005 is verschenen: Kijkend naar zijn boekenkast zegt hij: "Het is waanzin om te bedenken dat een man dat alleen heeft gedaan.".




wordt vervolgd




maandag 3 augustus 2020

What the blog!

 Het internet wemelde ooit van de blogs. Maar wat was een blog nu eigenlijk precies en waar zijn ze gebleven? Als we terug zouden bladeren naar het jaar 2000 dan zien we dat het fenomeen 'bloggen' een enorme boost krijgt. De blogtools maakte het informeren makkelijker. Iedereen kon inmiddels wel een internetsite beginnen maar het bijwerken werd meestal gedaan door ingehuurde webmasters en dat was niet goedkoop. Een site werd vaak na oplevering niet meer bijgewerkt. De blogs kon je ieder moment bijwerken. En als je een beetje interessante informatie had dan werd je blog al snel ook nog eens goed bezocht wat direct te zien was in de statistieken (ook al haalde veel bloggers de aantallen van unieke bezoekers en views door elkaar). 



Ik begon eind 2003 met bloggen. Naar mijn weten de eerste Nederlandstalige blog over strips en hun makers (al zou het best kunnen dat Marq van Broekhoven me een fractie van een seconde voor was). Ik kon voor mijn blogs putten uit boekenplanken vol gedrukte informatie en gedreven door veel positieve reacties bleef ik lang een gedreven blogger. De blog stond uitstekend genoteerd bij de zoekmachines en startpagina's wat weer prima werkte voor de website die aan de blog verbonden was. Het kon niet op... Ja, het kon wel op want de eigenaar van de blogdienst waar de boel gehost werd besloot in 2013 de stekker uit het project te trekken. 

Na een ingewikkelde verhuizing was hun dienst verworden tot een puinhoop van verdwenen blogs en/of media. Redden wat je redden kan was het devies en zo bleef er van de ooit zo levendige blog niets meer over dan een word document met wat teksten en een mapje met plaatjes. Zo zou de reconstructie gemaakt kunnen worden op een andere blogdienst.

Die migratie is eigenlijk nog steeds bezig. Het internetlandschap is er inmiddels compleet anders uit komen te zien. egroups, yahoogroups, club.nl, hyve, fora kwamen en verdwenen bijna allemaal. Twitter, Facebook, Tumblr, YouTube, Vloggen, Vimeo, Instagram, Pinterest, LinkedIn, TikTok en noem maar op maakten in de afgelopen 10 jaar hun opmars. Het informeren ging steeds meer via nieuwe kanalen. 

Ik heb in 2019 niet geblogd noch oude blogs hersteld. Dit jaar heb ik heel laat de draad weer opgepakt. Geïnspireerd door bloggers die al die jaren gewoon zijn doorgegaan wil ik in ieder geval de oude blogs eindelijk eens allemaal herstellen en als er wat nieuws te melde valt hoop ik dat hier kwijt te kunnen. 

O ja, het streven..... Daar waar ik in de beginjaren zonder daarvoor iets te hoeven doen (anders dan een stukkie schrijven en die voorzien van een mooi plaatje) met gemak een paar honderd dagelijkse bezoekers (nee ik verwar het niet met views) bijeen kon tellen is het nu zaak om rond te bazuinen wat er te lezen en te bekijken valt. Ik hoop dat een beetje blog door de tijd 600+ maar nog liever 1000 views (!) krijgt. Dat en uw bezoekplezier is het streven.