zondag 22 maart 2015

Interview met Piet Wijn uit 1984

donderdag 9 augustus 1984  DE TELEGRAAF


PIET WIJN VERLEGEN MET STRIPSCHAPPRIJS



Aan de 55-jarige striptekenaar Piet Wijn is de Stripschapprijs 1984 toegekend. Wijn krijgt de prijs, een bronzen beeld plus oorkonde, voor zijn hele werk dat hem volgens de jury op één lijn plaatst met andere groten van de Nederlandse strip.

Maar Piet Wijn, die jaren heeft gewerkt bij Toonder Studio's en daar onder andere „Tom Poes", „Kappie", „Koning Hollewijn" (een strip die jarenlang in deze krant werd gepubliceerd) tekende en tot de dag van vandaag de man achter „Panda" is, vindt het eigenlijk maar onzin dat hij tot de beste Nederlandse striptekenaars wordt gerekend. „Of ik die prijs verdiend heb? Ik denk het eigenlijk niet. Er zijn tekenaars in ons land die ook zelf verhalen schrijven, dat is iets wat ik nooit doe. Ik ben maar een handwerkman die uitvoert wat hem gevraagd wordt."

Panda

De bescheidenheid van de tekenaar is niet helemaal terecht. Onder eigen naam is hij de schepper van strips als „Puk en Poppedijn", „Jenni- fer Scott", „Heidi" en „Gloria van Goes". Daarnaast heeft hij gedurende lange tijd niet alleen de beroemde strip „Panda" getekend maar ook geschreven.


 



Figuurtje

Ja, maar," laat Piet Wijn daarop weten, „de verhalen voor Panda worden nu door Toonders zoon Eiso geschreven. Ook mijn serie in de Donald Duck, „Douwe Dabbert" is maar ten dele van mij. Ik heb het figuurtje uitgevonden, maar iemand anders schrijft de verhalen. Weinig creatiefs dus." Wanneer Piet Wijn vindt dat hij niet in eerste instantie voor de prijs in aanmerking komt, wie wil hij dan voordragen? „Ik zou het niet weten. Eerlijk gezegd lees ik eigenlijk nooit strips. Zo gauw het eerste plaatje me niet aanstaat, leg ik zo'n verhaal al weg en dat gebeurt nogal vaak. Ik ben persoonlijk veel meer in de tekenkunst geïnteresseerd." Wijn werkt al jaren voor de Toonder-studio's, heeft hij daar ook het tekenvak geleerd? „Geleerd, ik heb het nog lang niet onder de knie hoor.

Het leuke van tekenen is dat het steeds beter kan. Overigens ben ik voor ik naar Toonder ging eerst op een particuliere tekenschool ln Amsterdam opgeleid. Van een bepaalde „school" ben ik ook al niet. Ik teken gewoon in de stijl die er van mij verwacht wordt. Dat kan variëren van naturalistisch tot karikaturaal. Zoals gezegd, dit vak is voor mij een ambacht aldus de zeer bescheiden tekenaar wiens werk ook, regelmatig in het meisjesblad Tina terug te vinden is.