dinsdag 6 oktober 2020

Ondertussen, in de Charles de Costerstraat

 

Op zoek naar de verloren Kuifje


De tijd snelt voort, het uur vliedt heen en - duizend bommen en granaten! - ook de verzamelaar wordt ongemerkt oud. De 40-plusser vijftiger die ooit met sneltreinvaart door het universum van Hergé raasde, verandert zoetjesaan in een
Tsjoek-Tsjoek
van de Karpaten (dixit Archibald Haddock). Genoeg is kortom genoeg, na bijna meer dan 30 jaar zet ik een klare lijn onder mijn collectie. Het is een afscheid in cyberspace, nog éénmaal op reis, op zoek naar de begeerte van de verzamelaar, op zoek naar de Verloren Kuifje... Ik verwijs u naar de blog van oorsprong: 
http://tintinperdu.blogspot.com/

DINSDAG 6 OKTOBER 2020

Ondertussen, in de Charles de Costerstraat


I.
Aankondiging in de mailbox van de nieuwe expo bij Galerie Nathalie Obadia, in de vestiging aan de Charles de Costerstraat 8 in Brussel. De Amerikaanse kunstenaar Rina Banerjee wil er, lees ik, met haar kunstwerken een dialoog op gang brengen waarin cultuur en natuur samenkomen.

De kunstwereld grossiert in prietpraat en het aanzwengelen van een ‘dialoog’ behoort tot de grootste clichés, let er maar eens op.

Maar vergeet Nathalia Obadia en Rina Banerjee. We gaan op bezoek bij de buren van de galerie.


II.
Eind negentiende eeuw bevond zich op de Charles de Costerstraat 10-12 het atelier van Jef Lambeaux, bekend en berucht van het uit witmarmer gehouwen reliëf ‘De menselijke driften’.

Denk aan ineengestrengeld veelal Rubensiaans bloot waarmee de kunstenaar, hier in zijn atelier:


...menselijke emoties als geluk, verliefdheid en blijdschap uitbeeldde, ingebed in gewelddadige taferelen als oorlog en verkrachting.

Lambeaux werkte er twaalf jaar aan, tussen 1886 en 1898. Katholieke kranten waaronder Le Vingtième Siècle (de latere werkgever van Hergé) spraken woedend over ‘een marmeren bordeel’ van een kunstenaar ‘die met de vleesduivel is bezield.’


III.
Vanaf de jaren dertig zetelde in het pand op de Charles Decosterstraat 10-12 de uitgever Jean Meuwissen, die we vooral kennen van een periodiek waarin de belangrijkste medewerker van Hergé debuteerde:


Striptijdschrift Bravo! van 9 december 1943, met ‘De U-straal’ van Edgar P. Jacobs. Zie hem eens fraai leentjebuur spelen bij Murnau’s Nosferatu:




IV.
Meuwissen startte in 1940 met de uitgave van Bravo! nadat hij, door de bezetting, afscheid had moeten nemen van een andere titel: het op de Amerikaanse cinema gebaseerde glamourblad A-Z hebdomadaire illustré. Dat kent u, waarde PERDU-lezer, ook als u denkt dat u het niet kent:


Publiciteitsmateriaal voor de Hollywood-kraker ‘Daughter of the Dragon’, met Anna May Wong – hier op het omslag van A-Z hebdomaire illustré, nummer 27, 1932. Bij haar haalde Hergé de mosterd voor het LOTUS-omslag:




V.
Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Charles de Coster, auteur van De legende van Uilenspiegel, maakte de jonge Hergé in november 1927 voor de cultuurpagina van Le Vingtième Siecle deze illustratie:


In de wereld van de kuifologie is uiteindelijk alles met iedereen in dialoog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten