De laatste Kappie (12 juli 1972)

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.

 Op 12 juli 1972 verdween de Toonderstrip na 27 jaar uit de kranten. De laatste jaren werd de strip gemaakt door Piet Wijn (tekeningen) en Eiso (zoon van) Toonder (teksten).
Kappie werd ook grootschalig geplaatst in het buitenland. Vooral in de Scandinavische landen was Kappie een buitengewoon populair figuur. In totaal verscheen Kappie in 128 kranten.

 In de jaren 70 zou het aantal plaatsingen dermate terug zijn gelopen dat de opbrengsten de productiekosten niet meer dekten.

Een andere lezing is dat de serie moest stoppen omdat haar tekenaar Piet Wijn zijn handen vol kreeg aan de Bommel strip.

Hierboven de laatste strook van het laatste Kappie verhaal.

The farewell Shanty

Oorspronkelijk geplaatst op 12 juli 2004

Jan Wesseling (21/1/1925 - 11-6-1999)

Jan Wesseling werd op 21/1/1925 geboren. Wesseling is vooral bekend als illustrator maar tekende ook een tijdje strips. In 1956 ging hij voor de Toonderstudio's werken. Daar tekende hij Marion en Koning Hollewijn. Bij de Toonderstudio's werd Wesselink geassisteerd door The Tjong King. Later (1966) tekende hij voor het weekblad Pep de strip Athi. In de jaren '80 ronde Wesseling de strip Joker van de door een beroerte getroffen Piet Wijn af.

Hans G. Kresse (3/12/1921 - 12/3/1992)

Hans G Kresse was een van de beste 'realistische strips makende' striptekenaars die Europa ooit gekend heeft.
Zijn talent was Marten Toonder al opgevallen voordat hij in 1943 op de Toonderstudio's samen met een aantal andere (min of meer) gezochte personen onderdook. Kresse's vader was van Duitse afkomst en Hans G Kresse zou onder de Duitse wapenen gemoeten hebben.

Zo werkte hij, terwijl hij onderdak had gevonden bij de familie Toonder aan de reclame opdracht van Herman Jansen (Kabouter pinneke proost) en maakt een aantal proefafleveringen voor de strip Kappie

 en de eerste afleveringen van Eric de Noorman. Na de bevrijding bleef hij nog jaren voor Toonder werken.
Eind 1945 tekende Kresse strip Robby voor het dagblad Trouw.
Op 5 juli 1946 verscheen in het Vlaamse dagblad Het Laatste Nieuws
De avonturen van Eric den Noorman.
Het duurde tot november 1947 voordat ook het Nederlandse publiek middels het Tom Poes weekblad kennis kon maken met Eric.
Eric de Noorman werd een enorm succes. De boekuitgaven
behaalden oplagen van 300.000 exemplaren.

op 24 januari 1964 zette Kresse een punt achter de belevenissen van Eric.

Kresse illustreerde vanaf de jaren 50 veel voor Donald Duck weekblad.
Vanaf 1964 werkte Hans Kresse voor het stripblad Pep, waarvoor hij 'Zorro' (1964-1967), 'Spin en Marty' (1965), Pep 'De Boogschutter' (1965) 'Vidocq' (1965-1970) en Erwin. 'Mangas Coloradas' (1971-1972) en 'Wetamo' (1972-1973)
Voor Revue tekende hij acht verhalen gebaseerd op de televisieserie Bonanza (1965-1966).
Ook illustreerde hij eenendertig Arendsoog-boeken.
In 1972 begon Kresse aan De Indianenreeks.
Er verschenen er tussen 1973 en 1982 negen albums, die in elf landen werden uitgebracht.

Daarna kreeg Kresse te maken met oogklachten wat het tekenen lange tijd bemoeilijkte.
Hij had de laatste jaren van zijn leven nog veel plannen.
Maar het mocht er niet van komen.
Op 12 maart 1992 overleed Hans G Kresse.
Hij maakte meer dan 1750 strippagina's, 5300 stripstroken,
3500 zwart-wit illustraties en 650 kleurenillustraties.

 Geplaatst op: 3 december 2004