dinsdag 12 maart 2013

Fred Julsing 12/3/1942 - 15/1/2005

 Deze blog schreef ik in 2005 kort nadat ik het bericht ontving dat Fred Julsing waarmee ik een intensief mailcontact onderhield overleden was.
 
Fred Julsing werd op 12 maart 1942 geboren in Den Haag. Fred's vader was kunstschilder en maakte in 1946/1947 zelf beeldverhalen . Voor Fred Julsing was tekenen een levensbehoefte. Al op jonge leeftijd maakte hij een soort tekenfilms en het lag voor de hand dat Fred een kunstopleiding zou gaan volgen. Het probleem dat hij 15 jaar was (en dus 3 jaar te jong voor de opleiding) werd na het zien van zijn tekenwerk weggepoetst door de directeur van de Vrije Academie Den Haag. Julsing is begin jaren '60 gaan werken bij de Toonderstudio's. Na een periode The Tjong Khing geassisteerd te hebben (student Tijloos), hielp hij Jan Wesseling met de productie van Koning Hollewijn. Na een paar maanden in de productie te hebben meegedraaid werd Julsing vriendelijk doch dringend gevraagd om thuis te gaan werken. Hij heeft nooit begrepen waarom dat precies was maar hij nam deze mogelijkheid met beide handen aan. Iedere vrijdag bracht hij de studio's een bezoek om het werk dat hij die week gemaakt had af te leveren en nieuw te tekenen opdrachten mee te nemen.



 In die periode was hij al zelfstandig schetser van Toonder- producties als Panda (PV 77) en Kappie (KV 96 en KV 97). Eind 1963 werd Julsing bij een reorganisatie ontslagen bij de Toonderstudio's. Nadat Fred enige tijd illustraties en tekstverhalen had gemaakt voor Autovisie besloot hij om het na ruim een jaar nog eens te proberen bij Toonder. Het werk dat hij liet zien was voor Toonder aanleiding hem op de Tom Poes strip te zetten en zo werd Julsing Toonders meest naaste medewerker van dat moment. De eerste Tom Poes strip die Julsing schetste was het verhaal "De Labberdaan" (voor de liefhebbers bekend als BV 110 dat verscheen vanaf 14 april 1965). Julsing bleef Tom Poes en Heer Bommel tekenen t/m het verhaal "De Waarde-ring" (BV 134 van 18/1/1971 t/m 4/3/1971).


 Naast aan de productie van de Tom Poes dagstrip werkte Julsing ook aan het tekenwerk voor het project "Tom Poes en de Toverfluit" (op tekst van Harry Geelen); de Tom Poes weekstrip "De kleine groene mannetjes" in het weekblad Donald Duck (1969) en "Tom Poes en de Wiekschieters"(1970) in Arts en Auto; een reclamestrip voor Alete Moolenaar kinder- en babyvoeding (op tekst van Andries Brandt en Patty Klein).



 Eind jaren '60 was Julsing al begonnen om naast aan de Tom Poes strip ook aan eigen strips te werken.

Zo verschenen er strips als Onnistman (1967), Klinsklansklandere van de ene bil op de andere (1968), De Marketingmachine of hoe het produkt Bin van de ondergang werd gered (1969), De Culturele revolutie van voorzitter Janneman (1970) en nog een aantal andere strips voor de bladen Baljuw en Ariadne.

 In 1970 maakte Julsing een strip over het natuur- mannetje Komkommertje en Martien.











Deze strip had Julsing opgezet in de geest van Jean Dilieu's Paulus de boskabouter . De Toonderstudio's wilden de distributie van de strip verzorgen en verkochten hem aan Dagblad de Telegraaf. Maar dat was tegen de zin van Fred. De Telegraaf was nu juist een blad waar hij niet in wilde publiceren. De deal (wekelijks 4 pagina's voor de kleurenbijlage) werd afgeblazen en de strip werd als Gagstrip verkocht aan Journaal 2000, een huis aan huis reclameblad dat in een oplage van 1 miljoen in de grote steden werd verspreid. De strip werd niet wat Julsing er van verwacht had. Julsing liet in 1976 voor het blad Striprofiel (Maarten J. de Meulder) hetvolgende optekenen: "Uiteindelijk hebben ze de zaak aan Journaal 2000 verpatst, maar wat werd opgezet als een vervolgstrip, waardoor je je steeds dieper in zo'n bomenwereld kunt verplaatsen, werd een eenmaandelijkse Gag-strip. Kun je nu geloven, dat niets gebeurd, voordat de tijd daar is? // Ik wilde een wereldje toegankelijk maken. Mijn Wereldje in prachtige tekeningen en leuke verhaaltjes. Maar dat ei kon ik niet kwijt. Of was het nog geen ei; alleen maar een beginsel ervan? Ik vond het niet tof." 


 


In 2001 schreef Fred Julsing onder de titel "'n vaste betrekking" een uitgebreid artikel over zijn tijd dat hij werkzaam was voor de Toonderstudio's. Klik hier om het artikel te lezen en te bekijken. Vervolgens laat Julsing zijn talenten los op het stripblad PEP (Pordios wat een blad!) 



 Toen de stripbladen Pep en Sjors opgingen in Eppo was er in dat blad geen plek meer voor Julsing strips. Wel maakte hij de mascotte en een strip voor Oberon's nieuwe maandblad Baberiba. Helaas is dit blad nooit verder gekomen dan het eerste 0 nummer.



Tussen 1972 en 1985 maakte hij prachtig werk voor Malmberg, de uitgeverij van bladen als Primo, jippo, Okkie en Taptoe. Strips als "Robinson", "De Schat van het landje", "Witte's Dagboek" (later voortgezet in het weekblad Donald Duck), Sloom, Sloom en Snel en tal van korte strips.








In het Sjors en Sjimmie weekblad publiceerde Julsing de Wortels van War. Een strip waar hij diep voor is gegaan. Met Piet Zeeman heeft hij geprobeerd een vervolg te maken maar dat liep vast.



In 1993/1994 verscheen Julsing's laatste (wat korte reclamestripjes en voorbeelden in vakbladen uitgezonderd) gepubliceerde strip "Pietsie en Pop en de Zonen van O" in het blad Taptoe. Julsing verhuisde van de Betuwe naar Californie waar hij in een mooie omgeving met Kay een gelukkig leven leide. Hij probeerde er een nieuwe Dagstripvorm op te zetten en was lang in gesprek met een Nederlands Dagblad over de publicatie ervan. Helaas haakte het Dagblad af terwijl de plannen in een vergevorderd stadiumverkeerden en heeft het grote publiek nooit kennis kunnen nemen van de vorm van dit initiatief. Ook toen Julsing wist van zijn ziekte bleef hij onverdroten doorgaan met schrijven, illustreren en schilderen. Op 15 januari 2005 is Fred Julsing op 63 jarige leeftijd overleden.

Ik vond Fred Julsing een bijzonder mens. Ik heb hem leren kennen als een aardige man die zijn best deed om je vooruit te helpen en je werk, vragen en opmerkingen altijd serieus nam en dat is wat waard. Als tekenaar bewonderde ik hem in hoge mate. Sommige van zijn verhalen kwamen na een denderend begin niet helemaal uit de verf maar hij was de eerste om die mening te delen (zeker als het de verhalen uit zijn Pep periode betrof ). Maar natuurlijk waren er ook verhalen die ik erg bewonderde. De schat van het landje, de sprookjes en Witte's Dagboek waren verhalen die ik altijd erg mooi heb gevonden en nog vind. .




© erven Julsing / Toondercompagnie


Geen opmerkingen:

Een reactie posten