Ik moet toch eens nadenken of het niet aardig zou zijn weer eens met een stripalbumpje voor kinderen voor de dag te komen. Maar laat ik eerst eens een kijkje nemen wat de stand van zaken in stripland is. Ok, een albumpje. Stuur wat je voor ogen hebt naar een uitgever..... Dat communiceren met uitgevers... hoe gaat dat eigenlijk? Een paar jaar geleden hadden we een promotie dingetje bedacht. "De strip van de week" Voor een kinderpodcast dat middels een uitgekiend distributiesysteem online een groot bereik had (alleen de views op Youtube bleven achter). In ieder geval hadden we dus een rubriek waarin we een aantal covers en wat binnenwerk van stripalbums lieten zien opdat bezoekers wellicht geïnteresseerd zouden raken in de strips die voorbij kwamen of strips in het algemeen. Omdat het niet de bedoeling was om zelf strips te gaan scannen (en ook niet om gratis stripalbums in huis te krijgen) werd er een mail naar een aantal stripuitgevers gestuurd met de vraag om scans van de cover en 2 pagina's binnenwerk van onlangs verschenen jeugdalbums toe te sturen. We zitten nu, een aantal jaar verder, nog te wachten op de eerste reactie.
O ja, we hebben natuurlijk ook een link naar een voorbeeldje meegestuurd.
Dat voorbeeldje staat aanklikbaar hieronder.
Je kunt i.p.v. te wachten natuurlijk beter op een goed terras naar het zeetje gaan zitten kijken en iets anders bedenken. Terug naar het stripalbumpje; Een strip bij een uitgeverij onderbrengen, puur en alleen omdat deze stripboeken uitgeeft is niet de bedoeling. Dat was gangbaar bij andere producten.
Kleurboeken maken is heel leuk om te doen. Oplages van 250.000 boeken per titel waren geen uitzondering. Maar het bleef beperkt tot bedrukt papier verkopen. Dat was natuurlijk ook de bedoeling. Een kleurboek is tenslotte geen stripboek.
Die kleurboeken kwamen terecht bij winkels als Kruidvat, Intertoys, Makro, Zeeman, Xenos, Blokker, Giraffe, enz.
Maar ik was aan het nadenken over de mogelijkheid om weer eens een stripalbumpje te laten doen verschijnen.
Lang geleden was dat niet zo'n groot probleem maar ik en de tijden zijn veranderd.
Wat opvallend is is dat ik buiten internet eigenlijk nergens stripalbums tegenkom. Ja, de nieuwste Suske en Wiske, Asterix, de bladen van De jonge lezer en al het Disney werk wel en af en toe iets van Personalia of Menlu maar dan heb je het wel gehad. Ik haast me er bij te zeggen dat ik geen bezoeker ben van 1 of meer van de 40 stripwinkels die er in Nederland schijnen te bestaan.
Laten we nu niet denken dat het vroeger zoveel beter was. Boekwinkels en strips dat was tot begin jaren 70 een slechte combinatie. De meeste boekhandelaars waren kleine zelfstandigen en geen aangestuurde franchisenemers. Zij waren nog niet toe aan een kantoorgedeelte of een overdadig aantal rekken met ansichtkaarten en al helemaal niet (de meeste dan) aan strips.... Waarom dacht u anders dat Marten Toonder en Geert Lubberhuizen in de jaren zestig van de vorige eeuw zo lang gezocht hebben naar een verschijningsvorm van de Tom Poes dagstrip die paste onder de noemer leesboek (ook al was het een pocket met een heel klein strookje bovenaan de pagina)?
De geïllustreerde pers was lang daarvoor (1959) al eens begonnen aan het uitgeven van Tom Poes albums in balloonstripvorm. De avonturen van Tom Poes en andere verhalen. Die kwam dus niet massaal in schappen van de boekhandels te liggen maar werden vooral verkocht via haar eigen distributie kanalen (voornamelijk door de bladenman maar ook per post).
De geïllustreerde Pers gaf detijdschriften Margriet, Iris, Revue, Pep, Donald Duck (waarin Tom Poes werd gepubliceerd), De Flintstones, Romance, Avenue en Madeleine (later Knip) uit en alleen die bladen waren o.a. verkrijgbaar bij de rijdende geïllustreerde Pers kiosk (of een ander vervoermiddel in minder bevolkte gebieden) van de geïllustreerde Pers bladenman die ook door dezelfde uitgever leesboeken gepubliceerd aan de man (maar vooral de vrouw) bracht.
De verkoopsituatie van tijdschriften was nog niet vergelijkbaar met die in Bedrock maar reclame maken voor andere bladen van dezelfde uitgeverij was wel aan de orde (zoals hier te zien is in de strip de Flintstones die op de achterkant van de Margriet van 25 september 1965 stond).
De grootste concurrent van de Geïllustreerde Pers was uitgeverij Spaarnestad. Het fonds kwam redelijk overeen met titels als Libelle, Sjors, Panorama, Okki en Beatrijs. Ook deze uitgeverij had een ook eigen distributieservice (o.a.) ook via een rijdende kiosk. Alleen was die groen maar evenals zijn concurrent verkochten ze ook door de eigen uitgeverij uitgegeven leesboeken.
Overigens werden bladen en boeken die besteld werden door mensen die buiten het dekkingsgebied van de wederverkoper/bladenman woonden per post verzonden.
Uitgeverij de Spaarnestad gaf, zoals gezegd, ook de Panorama uit en daarom dit lied van de Nits:
(met dank aan Wim M.)
Uitgeverij Zomer en Keuning -Wageningen, uitgever van bladen als stripblad Arend, weekblad Prinses, de Spiegel en Vorsten verstuurden hun bladen met de post, dubbel gevouwen adresbandje er om, de postbode bracht ze bij u thuis. Eigenlijk net zoals abonnementhouders vandaag de dag hun blad thuisbezorgd krijgen
(al is de gevouwen toestand en het adresbandje al lang verleden tijd). Deze uitgeverij had overigens een abonnementenverkoop strategie waarbij ze dorpen van protestante signatuur bezochten om huis aan huis aan te bellen om hun bladen aan te prijzen. Als lokkertje mocht men grais een boek uitkiezen (natuurlijk van dezelfde uitgeverij als die de bladen uitgaf).
De Leidsche Rotogravure maatschappij sloot met haar uitgaven aan op populaire onderwerpen als film en sport en later TV. Zo wist de uitgeverij (met ooit een bizar mooie druktechniek) met bladen als de Thunderbirds, Fabeltjeskrant, het vrouwenblad Eva (niet hetzelfde blad dat de eo momenteel uitgeeft), Fix en Fox, Televisie Favorieten en TV2000 had de uitgeverij een goede positie veroverd op de Nederlandse bladenmarkt. Net als de Geïllustreerde Pers en de Spaarnestad is het bedrijf opgegaan in de VNU. Dat was in 1968. Vier jaar later sluit het in Leiden voorgoed de deuren en verdwijnt spoorloos in Haarlem.
Natuurlijk zijn dit lang niet alle uitgeverijen maar ze geven wel een goed beeld van hoe de bladenmarkt er destijds uit zag.
Even terug naar de geïllustreerde Pers en uitgeverij Spaarnestad; Midden jaren 60 fuseerden beide uitgeverijen. Ze bleven nog wel hun eigen bladen maken maar de infrastructuur werd steeds meer in elkaar geschoven. Zo verdwenen ook langzaam de gescheiden organisaties die voor de distributie zorgden. Via allerlei elkaar opvolgende constructies werden de bladen via rieten manden en fietstassen naar hun lezers toe gebracht. De abonnementen van de VNU (dat was de nieuwe naam voor de gefuseerde uitgeverijen) werden verzorgd door het hiervoor opgerichte Medianet. Natuurlijk was de PTT (later TNT Post en inmiddels PostNL) er op uit de verspreiding van de VNU tijdschriften binnen te kunnen halen. Zij waren per slot van rekening al de bezorger van de rest van publiektijdschriften die werden uitgegeven in Nederland. Het was een pijnlijke zet voor de PTT toen Medianet vanaf 1996 de bezorging van de omroepbladen (die voorheen door de PTT werd rondgebracht) binnenharkten. En ging om nogal grote aantallen. In bijna ieder gezin ontving men wel de wekelijkse radiobode of TV-gids van welke zuil ook.
Het was een enerverende tijd. De tijd ook dat internet publiek gebruik werd. De mediabedrijven dachten grote kansen te zien in dit nieuwe medium en snel werd de digitale luchtballon opgeblazen. De klap kwam later. Voorlopig waren de overnames en nieuwe doelstellingen niet van de lucht. In 2001 werden de tijdschriften van de VNU overgenomen door het Finse Sanoma en in oktober van datzelfde jaar lazen we;
"De Post gaat de bladen van de VNU en Sanoma bezorgen, in totaal 200 miljoen stuks per jaar.
De huidige bezorgers, 200 franchisenemers van Media Expresse (de volgende naamsverandering had al plaatsgevonden zie ik), zullen hun werk geleidelijk verliezen." Bron: NU.nl
De bladenman bleef dus als bedrijf nog een tijdje bestaan maar de franchisenemers en hun medewerkers vloeide snel en heel zeker af.
-O wonder!- de boekwinkels hadden inmiddels al te maken gekregen met nieuwe distributeurs!!! Eerst Aldipress gevolgd door Betapress. De winkels kregen tijdschriftschappen en "ondersteuning". Laat ik voor de aardigheid en ter oriëntatie een niet zo'n oud stukje van Aldipress plaatsen:
Aldipress is al sinds 1966 Aldipress (opgericht door de VNU) is hét kenniscentrum op het gebied van Distributie en Trademarketing van tijdschriften, stripalbums, romans en puzzels bestemd voor de losse verkoop. Aldipress is de partner voor uitgevers en retailers. En zorgt voor vernieuwende en efficiënte oplossingen op het gebied van assortimentsmanagement, oplagebeheer, schappresentaties en promotie. Zodat er meer rendement uit het schap gehaald kan worden. bron
We willen geen scheve ogen dus plaats ik ook maar een recent stukje van Betapress:
Als onderdeel van het familiebedrijf Audax heeft Betapress alles in huis om te weten welk product bij u de meeste kans van slagen heeft: de juiste titel, in de juiste hoeveelheid, op de juiste plaats.
Wij helpen u met persoonlijke aandacht en u kunt rekenen op nauwe betrokkenheid tijdens het gehele proces. Betapress werkt als full service partner met één aanspreekpunt die op alle terreinen met u meedenkt. De lijnen zijn kort en we kunnen u zowel maatwerk als de benodigde flexibiliteit bieden. Als onderdeel van Audax zijn wij al 45 jaar een zeer ervaren speler binnen het retaillandschap en hebben we ervaring met alle stappen van het proces.
Uw assortiment wordt volledig afgestemd op de lokale wensen en behoeftes van de consument. Betapress weet welke producten bij u de meeste kans van slagen hebben en welke marketingacties er ingezet kunnen worden, zowel landelijk als lokaal.
We gaan graag met u in gesprek om te kijken hoe we u van dienst kunnen zijn. Betapress is de partner voor distributie. Samen bereiken we méér.bron
Er waren meer distributeurs maar ik heb niet de pretentie volledig te zijn.
Hier volgen wat advertenties uit de tijd dat de uitgeverijen met behulp van hun blademan, wederverkoper of iets vergelijkbaars hun eigen boontjes nog moesten doppen:
De Bladenman werd in de jaren 70 bij de geïllustreerde pers 'wederverkoper' genoemd.
De Bladenman werd bij een in de jaren 70 opgestarte nieuwe reeks Tom Poes stripalbums (een uitgavereeks van Oberon (eerst nog in combinatie met de uitgeverij Amsterdam boek), het resultaat van het samengaan van de Geïllustreerde Pers en Spaarnestad die naast de striptijdschriften ook imponerende plannen had voor een omvangrijk stripalbumfonds) nog wel genoemd maar alles goed en wel; we kennen de geschiedenis nu wel een beetje. De albums lagen nu ook gewoon in de boekwinkel en bij andere verkooppunten.
In 1975 smolten de stripbladen Pep en Sjors samen tot Eppo. Uitgeverij Oberon (VNU) had grote verwachtingen en investeerde stevig in de promotie van het nieuwe blad. Er werd zelfs een reclamespot op de TV uitgezonden.
En ook de ouders van de abonnees werden ingelicht:
Uitgevers van Stripbladen, comics en stripalbums uit die tijd waren o.a. Amsterdam Boek Uitgaven, Yendor, Lombard, Semic Press, de Vrijbuiter, Het Volk, Classics, Espee, Harko Magazines, Juniorpress, Rijperman, Williams lectuur, Holco publications, Nooitgedacht, Centripress, Helmond Uitgaven, Skarabee, Sari, Tango en Drukwerk.
Welbeschouwd zijn het aantal potentiele verkooppunten met de komst van internet verbreed.
Wil je anno nu tijdens een wandeling of tussen het boodschappen doen door, een stripblad of een striptijdschrift kopen dan kun je terecht in de Supermarkt, de boekwinkel, de sigarenboer, het benzinestation en de kans is groot dat je met een Disneyblad of de nieuwste Suske en Wiske of Asterix naar buiten loopt. Voor al die andere strips en bladen kun je terecht in een stripwinkel of bezoek je een online winkel, een beurs of de uitgever zijn webshop. Het aanbod is vele malen groter dan in het door Aldipress of Bettapress aangestuurde schappenlandschap.
Hoe belangrijk is een community schuine streep social media?
Stripliefhebbers en laten we het socials noemen. Wie weet er van? In het begin had je Yahoo groups dat al snel egroups werd. Wat was dat dan? Een email verzend lijst waar je lid van kon worden, kon mee discussiëren en kon kiezen voor of het ontvangen van alle individueel verzonden berichten of alle die dag verzonden berichten in 1 mail. De Nederlandse en wet Vlaamse stripmakers richtte een yahoo group op die de naam de Hanneke Peekelman groep meekreeg. Het haalde de stripmakers uit hun eenzame bestaan. We hebben het over het begin van dit millennium. Na een poos werd de sfeer minder en leek de mailgroep steeds meer op een prehistorisch Twitter. Een uitbater van een Haagse stripwinkel (nee niet Matla) zag er wel iets in om een forum voor stripliefhebbers op te zetten. Omdat de mailgroep geen activiteit meer vertoonde was het in ieder geval het goede moment (2002) en binnen korte tijd werd het de stamtafel van het Nederlandstalige stripwereldje. Daarnaast had je de fora de getekende reep en stripster (die eerste bestaat nog steeds). Ook het initiatief van de Haagse stripverkoper liep leeg na heftige meningsverschillen. De stripmakers gingen verder binnen een eigen gesloten forum. Het contact met het publiek (maar je mag hier ook 'lezers' lezen) verdween op deze wijze wel jammerlijk.
Ooit had ik een nieuwsbrief opgezet. Ik deed iets voor een paar kindersites en nieuwsbrieven waren korte tijd een prima promotietool. Binnen een mum van tijd had de Nieuwsbrief Pretletters 7000+ abonnees.
Een lekkere geknutselde html look en strips, info en een spelletje. De Nieuwsbrief provider werd steeds professioneler en na een jaar of twee konden we uitlezen hoeveel nieuwsbrieven er door bounched e-mailadressen hun bestemming niet bereikten en hoeveel abonnees Pretletters ongeopend in hun e-mailbox lieten zitten of verwijderden. Als de nieuwsbrief 1000 keer gelezen werd was het veel. Dat het zo ging met de meeste nieuwsbrieven was geen schrale troost. De stekker ging uit Pretletters. Hulde aan diegenen die het tot de dag van vandaag succesvol volhouden (ik denk in het bijzonder aan de makers van de Eppo update!).
Ondertussen kijk ik vreemd op van het nieuwe initiatief Substack (ook een e-mail initiatief). Hoewel er prachtige dingen op verschijnen is het mij nog niet duidelijk welke kant het op gaat evolueren.
In 2004 verscheen Hyves, de Nederlandse voorloper van Facebook was een geweldig succes. Net als bij de stripblogs en clubs wisten de stripliefhebbers hun favoriete stripmakers en stripfiguren snel te vinden of gingen zelf aan de slag om een club op te richten. De jaren 0 (nul) van internet kenmerkten zich door snelle veranderingen. Toen Facebook verscheen verdween Hyves dat kon niet anders. Facebook had de mogelijkheid om groepen aan te maken en nam zo ook de wind uit de zeilen van veel fora, alle clubs en heel veel blogs. Twitter en Instagram gaven je het idee dat je je informatie krachtig de wereld in kon spuien. Onzin natuurlijk. Alhoewel.... er liggen echt wel mogelijkheden en als je alle initiatieven gaat optellen gebeurt er her en der veel positiefs.
Zij zetten regelmatig de stripwereld in de schijnwerpers.
O ja, het stripalbumpje:
Stel ik ga een strip met de figuren van Minidisco maken. Kijk; Now we are talking!! Het tekenen er van heb ik goed in de vingers daarbij heb ik een goed team om me heen en het is natuurlijk, vooral omdat de samenwerking binnen Minidisco BV altijd inspirerend is, heel erg leuk om te doen.
Trots op 1 miljoen abonnees op het YouTube account van Minidisco.
en 1.165.058.096 weergaven.
Nog snel even terug naar de vraag of het al dan niet onzin is om van de gedachte dat het gebruik van Twitter, Instagram (en laat ik daar gelijk maar Facebook en al die andere socials aan toevoegen) te gebruiken om je informatie de wereld in te spuien; Stel, ik heb een nieuwswaardig feit op stripgebied te melden. Dan zet het echt geen zoden aan de dijk als ik dit via mijn eigen socials aan alleen mijn vrienden en volgers ga berichten. Heeft een project publiciteit nodig (en dat hebben projecten) dan zou je met zo veel mogelijk socials gebruikers onder de het mom van 'Cura deum di sunt, et qui coluere coluntur' kunnen gaan clusteren. Met alle stripliefhebbers en professionals samen een zet geven. Nou ja, dat is dus hoe het zal kunnen. Tel uw zegeningen.
In juni 2024 maakte uitgeverij Personalia bekend voortaan al haar albums en de Stripglossy te gaan crowdfunden. Hier lees je er meer over>>>KLIK
Dat crowdfunden is de hedendaagse en geoptimaliseerde vorm van wat ze vroeger 'voorintekening' noemden. De ontwikkelingen op het gebied zijn razendsnel gegaan de laatste jaren. Gelukkig kon ik bijlezen op verschillende socials:
Zo zijn we er nu uit? Ik vind het een mooie ontwikkeling. Als iemand een album of een blad, dat ik graag in huis zou willen hebben, gaat crowdfunden zal ik zeker funden. Gewoon omdat ik er zeker van wil zijn dat het project doorgaat (natuurlijk is je invloed, ook in dit soort ondernemingen, relatief).
Ik ben overigens wel razend benieuwd hoe de promotie daadwerkelijk aangepakt zal gaan worden. Het succes van de crowdfunding van PEP NU zat um voor een groot deel in de Facebook community voor oud abonnees van Sjors, Pep, Eppo en wat daar op volgde die Ger Apeldoorn heeft opgebouwd. Met meer dan 5000 leden was succes van de crowdfunding verzekerd (al moet je wel goed zorgen dat je de gestelde verwachting inlost).
Kan er iets opgestoken worden van de werkwijze waarop de uitgeverijen vroeger hun abonnees wierven en bedienden? Ik zie de postwissels en het bijplakken van postzegels op een briefkaart en de rijdende Kiosk niet terugkeren maar ik heb de info natuurlijk niet voor niets neergepend (al ben ik er zelf nog niet achter 'wat ik daarbij precies bedoelde').
Toen ik jong was verkochten de boekwinkels geen strips. Voor strips moest je, in het dorp waar ik woonde en nog woon, op de weekmarkt zijn. Iedere week was daar een kraam te vinden die naast stuiverromans ook strips verkocht. Daar kocht ik iedere week een nieuw stripalbum. Ik geloof dat ze FL. 3,50 kostte. Er lagen ook comics die veel goedkoper waren maar daar ging mijn interesse niet naar uit. Waar zijn die kraampjes gebleven? Er word veel gesproken over stripwinkels die in de problemen zitten. Is het een goed idee om als stripwinkel een kraam te huren op de lokale weekmarkt? Van buiten uit naar binnen werken.
Hier hebben we in de zomermaanden een week of 9 een toeristenmarkt. Iedere week komt de puzzelman met zijn nering vanuit Belgie en ik heb hem nog nooit ontevreden weg zien gaan. Ambulante handel en strips en leg er gelijk maar een paar strippuzzels bij. Kun je jezelf een vrolijkere kraam voorstellen? Er valt op dit gebied nog zo veel te verzinnen/proberen.
29-7-2024
Ik ben een stripalbumpje aan het maken. Je gaat het waarschijnlijk niet tegenkomen in de stripwinkels. Maar ik zeg jullie nu vast dat het een heel leuk albumpje zal gaan worden.
29-09-2024 Deel 2 van deze beschouwing staat hier>>
Deze week nam ik afscheid van André*, bedrijfsleider van de supermarkt in Paddepoel. In zijn winkel was een kassa verdwenen om plaats te maken voor meer 'doe het lekker zelf'-units. We zouden die avond bolognese eten en het ontbrak nog aan een blikje tomatenpuree. Ik had aangeboden die snel te gaan halen maar kwam terecht in een lange rij voor de enige bemenste kassa. Die rij bestond uit twee personen in een rolstoel, flink wat hoogbejaarden, iemand in een scootmobiel, een aantal gekleurde medelanders en een boomer (ik). Een ware fanfare van honger en dorst.
We stonden voor de koelvitrine en weken regelmatig uiteen voor studenten op zoek naar diepvriespizza's, patat en Ben & Jerry's. Gaandeweg raakten we druk met elkaar in gesprek en ieder had zo z'n eigen reden om niet langs de zelfscan-kassa te gaan: De één wist niet hoe het werkte, een ander betaalde het liefst contant, een derde kwam voor een praatje en de rest wilde niet per ongeluk als dief aangemerkt worden.
Bijna iedereen zei er iets over tegen de hooguit zestienjarige jongen die de kassa bemande. Die bromde dat hij er ook niet over ging en daar had hij natuurlijk gelijk in. Na twintig minuten had ik eindelijk afgerekend (39 eurocent) en besloot het hogerop te zoeken en vroeg bij de balie om de bedrijfsleider. André keek vreemd op toen ik zei dat ik afscheid kwam nemen, tenslotte hadden we elkaar nog nooit gesproken. Ik legde uit dat ik al twintig jaar klant was, nooit iets had gestolen en niet gecontroleerd wilde worden met het risico dat ik voortaan als digitaal gebrandmerkte dief door het leven zou moeten. Vanaf nu zou ik mijn boodschappen wel op de markt halen.
De bedrijfsleider sputterde nog wat over de politiek die het minimumloon omhoog wilde gooien maar gewezen op de torenhoge winsten van de grootgrutter moest hij toegeven dat dat geen sterk argument was. Eigenlijk waren we het wel eens maar hij was met handen en voeten gebonden aan wat het hoofdkantoor wilde.
Na de maaltijd zat ik hierover in m'n eentje nog wat te filosoferen op de wc. Het steeds verder uitbannen van menselijk contact om wille van winst of efficiëntie leidt tot irritatie, agressie en vervreemding. Een vriendelijk woord van een kassamedewerker stuurt je met een heel ander gevoel de dag in dan een frustrerende ervaring met een automaat. Dat gevoel verspreid je vervolgens zelf in de contacten die je de rest van de dag hebt.
Na deze conclusie greep ik heel tevreden met mezelf naar de wc-rol. Tevergeefs. Verkopen ze op de markt eigenlijk wel pleepapier?
Tien minuten later stond ik weer in de rij. André groette vriendelijk.